Ik zou dat op basis van de kleur niet durven zeggen welke soort het is. Kleur is meestal geen goed determinatiekenmerk.

Je kunt haar in een buisje laten en afwachten.

Dit lijkt meer op een soort me tparasitaire koloniestichting.

De foto's zijn verre van duidelijk genoeg voor een determinatie.
Op basis van de vorm van de kop in de eerste foto en de grootte van het achterlijf in de tweede, zou ik gokken op Lasius fuilginosus.

Idem.

Je zou per soort moeten opzoeken of ze monogyn of polygyn zijn.

Dit is inderdaad een wijfje Lasius sp. met onafhankelijke koloniestichting.

Dit lijken graanmieren, Messor sp.

In de natuur zit de koningin een flink stuk onder de grond tussen de boomwortels. Het zou daarom zou kunnen zijn dat de koningin niet goed tegen warmte kan.

Nee. En dat is een vraag voor biologen, niet voor filosofen.
Een mier is een ander dier dan een wesp, maar ze zijn wel verwant. Net als mensen verwant zijn aan mieren.

Het is mij een raadsel welke stof dat zou zijn. Suiker verandert bij verhitting, maar water niet een de in kraanwater opgeloste stoffen zullen geen giftige stoffen vormen bij koken.

Je mag deze mieren meenemen. De meeste soorten op je lijstje komen ook in Nederland voor, en de soorten die niet in Nederland voorkomen zul je waarschijnlijk niet kunnen onderscheiden van soorten die dat wel doen.

P.S. Kun je op de juiste plaatsen hoofdletters gebruiken in je berichten?

Je zou de vertaalfunctie van je webbrowser kunnen gebruiken, of anders Google translate.

Ik heb recent het boek Veldgids Mieren van Europa besteld, daar zal vast wat in staan.
Je kunt ook Antweb raadplegen.

De mieren zal het weinig uitmaken, het is meer de menselijke voorkeur.

Nee, die mieren zullen de nestruimte daarmee verkleinen, waardoor je ze niet meer kun zien.
Als het veel zand is, moet je het ook bevochtigen om te vorokomen dat het instort.

Een vraag over iets dat je bij een webwinkel gekocht hebt, kun je het beste bij die webwinkel stellen. In het algemeen moet je een deel van het nest vochtig houden, maar er moet geen water in staan. De buitenwereld hoef je niet nat te maken, en ik zou drie keer nadenken alvorens te proberen planten ...

In Noord-Frankrijg komen link wat soorten voor die in Nederland en België niet voorkomen.
Bruidsvluchten komen veelal voor bij warm, drukkend weer (dreigend onweer). Sommige soorten vliegen 's ochtends, andere 's middags of zelf 's nachts. Dus houd je ogen goed open, dan maak je een goede kans.

Hoi,

Het antwoord op als deze vragen hangt af van de soort.
Als we uitgaan van de algemeenste soort in Nederland, Lasius niger, dan zijn de antwoorden: niet, ja, de werksters zullen de overtollige koninginnen doden.

Hi,

Sand nests have a few disadvantages: when sand gets dry, the nest collapses and the ants cannt be seen as they prefer not to build their nest next to the glass.
For Lasius niger I recommend a test tube setup.

Dat is een vleugelloze wesp.

Hebben de mieren droge nestruimte om de zaden op te slaan?

Ja. Het is verstandig de mieren altijd een mogelijkheid te geven te vluchten van de warmte.

Je kunt het warmtematje op het nest leggen. De glasplaat wordt dan warmer dan het water en er zal geen condens vormen.

Condens aan de binnenkant van het nest moet je zien te voorkomen. Dit is gevaarlijk voor de mieren. Probeer het water niet te verwarmen.

Ik denk dat 'verkennen en klimmen' gedrag zou kunnen zijn om ver weg van de kolonie te komen. Werksters die ziek of stervende zijn, doen dat om overdracht van ziektekiemen naar de kolonie te voorkomen.

Ik zou me daar geen zorgen over maken. Mieren zijn best goed met stapelen van broed.

Een liggende koningin is geen goed teken.

Zorg dat de kolonie de beschikking heeft over water (waarschijnlijk in je buisje), en dat ze, als je verwarmt, zelf de plaats met de beste temperatuur kunnen opzoeken. Daarna kun je haar met rust laten en er het beste van hopen.

Grotfang schreef:Ja, dat is waar, maar ze nemen geen fruitvliegjes meer aan de laatste tijd

Als er larven zijn, is dat het probleem om op te lossen. Zo niet, zal een kleine kolonie liever veilig binnen kunnen blijven.

Als het goed gaat met het broed, is er geen probleem.