Messor barbarus

Caresheets van verschillende soorten
Gesloten
Gebruikersavatar
Mika
Teamlid
Berichten: 4245
Lid geworden op: 28 juni 2007
Locatie: Semmerzake - Gavere
Gender:
Leeftijd: 46
Contacteer:

Messor barbarus

Bericht door Mika »

Messor barbarus.


Een graanoogstende en graanetende mierensoort die vooral voorkomt rond het Middellandse Zeegebied. Deze mier is verder gekenmerkt door het ontbreken van werkelijke kasten van minor, media en major; in plaats daarvan presenteren zich bijna alle mogelijke groottes in een continue spectrum. De grootte loopt uiteen van 3-4 mm tot 14 mm voor de grootste majors. Er is een duidelijke allometrie, waarbij de majors grote koppen ontwikkelen die gevuld zijn met sterke kaakspieren; hun koppen zijn groter dan die van de koningin. Messor barbarus vormt zeer volkrijke monogyne kolonies. De nesten worden zeer diep uitgegraven en droge kamers worden gebruikt voor de opslag van granen. Rondom de nesten kan men grote dumps van kaf en omhulsels van de granen vinden.

Ze zijn redelijk gemakkelijk in cultuur te houden en zijn zeker één van de gemakkelijkste soorten om te voeden. Ze zijn één van de weinige mieren waarvan de werksters zich kunnen voeden met vast voedsel, omwille van de organisatievorm die deze mier ontwikkeld heeft voor het verteren van granen; ze werken samen in groepjes, waarbij ze de granen blijven kauwen zodat een soort deeg gevormd wordt van waaruit ze de voedingsstoffen kunnen opnemen met behulp van enzymen die aan het deeg worden toegevoegd.

Het grootteverschil bij de werksters en de enorme, mooi gekleurde rode koppen van de majors dragen bij tot de schoonheid van de soort.

Cultuur van de soort:

De zwermtijd valt in de herfst, hierna zonderen de koninginnen zich af, maar beginnen pas met de eileg na de winterperiode. Het is een soort met onafhankelijke koloniestichting.

In de Franse handleiding geeft men de raad om de koningin te voeden met enkele graantjes, maar dit is waarschijnlijk volstrekt nutteloos: het heeft geen nut om met zwakkere koninginnen een kolonie te willen starten, en bovendien zal de koningin in de natuur ook geen zaden nuttigen na de bruidsvlucht: men kan veronderstellen dat ze daar dus niet voor zal toegerust zijn. Plaats de koningin voor de winterrust in een proefbuisje met waterreserve op een temperatuur van 12-15°C en stoor haar vooral niet.

Na de winter kan je de koningin in een warmere omgeving plaatsen, ca. 25-30°C. Men mag de koningin tijdens het grootbrengen van de eerste generatie werksters absoluut niet storen omdat deze soort sterk onderhevig is aan stress. Veelvuldig storen zal sowieso ertoe leiden dat de koningin het broed verorbert en dat ze na verloop van tijd onvoldoende reserves heeft om nog een generatie werksters groot te brengen. De koloniestichting kan 4 tot 6 weken duren.

De beginnende kolonie

Geef de kolonie een kleine buitenwereld waar voedsel kan gedeponeerd worden. In de Franse handleiding geeft men de voorkeur om de kolonie kleinere zaden aan te bieden (zoek die voor de kleinste vogeltjes die gehouden worden), maar ook zaden van paardenbloem zouden zeer gegeerd zijn door de kleine kolonie.

Ik meen dat de kleinste kolonie initieel vooral met insecten gevoed moet worden tot de eerste media of submajors ontwikkeld zijn in de kolonie. Het kost de kolonie veel minder energie om insecten te eten dan om granen te verwerken. Majors en 'grotere' media worden pas ontwikkeld bij koloniegroottes van enkele tientallen tot honderden werksters.

Het is af te raden om de kolonie in contact te laten komen met 'open' vloeistoffen. Deze werksters vertonen een eigenaardig sterfgedrag indien ze in contact komen met vloeistoffen, zowel drinkwater dat niet met watjes wordt aangeboden als parafine-olie waarvan er druppeltjes zouden kunnen gevormd worden aan de onderkant van de ontsnappingspreventie. Deze zijn dus te vermijden. Als alternatief kan men een extra proefbuisje met waterreserve aanbieden.

Het Formicarium

Deze mieren zijn goed in staat om in Ytong te graven. Men kan opteren voor nesten in cement of om nesten volledig in te bouwen in een terrarium. Nochtans graaft deze soort niet of weinig indien men voldoende voorziet in haar behoeften. Het aanleggen van dikkere wanden is dan maar een tijdelijke maatregel, i.e. het verschil tussen een wand die na 1 dag doorboord wordt of pas na 5 dagen.

In het nest moeten voldoende droge plaatsen voorzien zijn om de granen in op te slaan. Volgens de klassieke literatuur zou Messor barbarus de embryo's van de granen vernietigen, maar dit gebeurt dus weinig of helemaal niet.

Voor de larven en eitjes is voldoende vochtigheid nodig, poppen kunnen droger en warmer gehouden worden, soms zelfs warmer dan de werksters die toezicht houden zelf verdragen. Ze zullen vaak ruiten en kamers 'versieren' met witte strepen van uitwerpselen.

De kamers dienen voldoende groot te zijn zodat er voldoende plaats is voor opslag van granen en zodat de koningin en de majors zich goed kunnen bewegen door het nest.


Het voedsel


Specifiek voor Messor is het granivore gedrag. Het graan wordt verwerkt zoals hierboven beschreven. Je kan een mengeling van kleine zaden geven, te verkrijgen in de handel als zaad voor kanaries, of zaden van onkruid. Daarnaast kan men ook de volgende zaden aanbieden:

- Paardenbloem (een must!!)
- Volle Rijst
- Havervlokken
- Tarwe
- Gerst
- Sesamzaad
- Papaver (?)

Let op met zonnebloempitten: deze zullen te groot zijn.

Ze hebben nochtans evenzeer behoefte aan insecten die een groot deel van het dieet uitmaken. In principe moeten deze dus ook worden aangeboden.

Gedrag

Deze soort is zeer alert voor trillingen en verstoringen. Mogelijkerwijze heeft dit te maken met de zeer grote opslag van granen die zich in de nesten kunnen bevinden. Dit gedrag blijft aanwezig bij grote kolonies, maar de angst van de beginnende kolonie zal zich veeleer omzetten in agressiviteit.

Gelukkig hebben deze mieren geen functionele angels, maar majors kunnen hard bijten met de kaken. Echt gevaarlijk is dat natuurlijk niet.

Overwintering

Deze soort kan overleven zonder overwintering, maar je kan ze vanaf december gedurende zes weken in een plaats met een temperatuur van 12 tot 15°C onderbrengen.

Volgens sommigen heeft de koningin de overwintering absoluut nodig voor overleving, maar er zijn mensen die enorme kolonies in stand houden zonder overwintering. In gevangenschap zouden kolonies met 80 000 mieren gehouden zijn.
DUCKDUCKGO!
Gesloten