Camponotus vagus

Caresheets van verschillende soorten
Gesloten
Gebruikersavatar
Mika
Teamlid
Berichten: 4245
Lid geworden op: 28 juni 2007
Locatie: Semmerzake - Gavere
Gender:
Leeftijd: 46
Contacteer:

Camponotus vagus

Bericht door Mika »

  1. Algemene informatie over de soort:
    1. Nederlandse naam:
      • Zwarte reuzenmier
    2. Taxonomie:
      • Familie: Formicidae
      • Onderfamilie: Formicinae
      • Geslacht: Camponotus
      • Soort: vagus
    3. Verspreiding:
      • van Zweden tot het zuiden van Europa. De soort komt in België en Nederland oorspronkelijk niet voor. In Nederland heeft een populatie zich gedurende tientallen jaren kunnen in standhouden. In België kunnen kolonies enige jaren overleven, maar is er geen evidentie van voortplanting van kolonies.
    4. Voorkeurshabitat:
      • Het is een houtmier die preferentieel in dood hout nestelt: meestal dus niet in de grond. Ze komt ook echter onder stenen voor.
    5. Herkenbare uiterlijke kenmerken:
      • Werksters: Zwart, met witte beharing, ongeveer 7- 13 mm groot, polymorf met minor, media, major. Initieel vooral minors, in grote kolonies vooral majors.
      • Koningin: Zwart, met witte beharing, ongeveer 14 mm groot
      • Mannetjes: altijd gevleugeld
    6. Herkenbare gedragskenmerken:
      • Bij verstoring zullen de werksters de kolonie alarmeren door met het achterlijf tegen de papierwanden in het nest te slaan. Dit veroorzaakt een duidelijk hoorbaar getrommel.
  2. Informatie relevant voor de hobby:
    1. Gedrag van de koninginnen:
      • Bruidsvluchten: april en mei
      • Koloniestichting: onafhankelijke koloniestichting, met pleometrose mogelijks leidend tot oligogynie
      • Monogynie/Polygynie: Secundaire monogynie en oligogynie.
    2. Informatie over de verzorging:
      • Geschikt voedsel: Bij voorkeur een combinatie van een goed honingdauwsurrogaat (mengsel van aminozuren, honing en water) en insecten, zorg steeds voor beschikbaar water. Een zeer aggressieve soort, die gemakkelijk voedsel aanneemt.
      • Geschikt formicarium: Kleine kolonies in een proefbuisnest, grotere kolonies bij voorkeur in een Ytongnest (eveneens te houden in een gips- of substraatnest). Aan te bevelen is een nest met gecombineerd hout en Ytong. Deze soort kan in principe zonder problemen door Ytong en hout knagen. Bij slechte verzorging zullen ze zeker graven naar een uitweg.
      • Formicariumcondities: Thermofiele soort, die echter ook voldoende vochtigheid nodig heeft. Ze komen veel voor in massieve blokken hout, of in boomstronken met wortels onder de grond, en daar is er een hogere vochtigheid. Een temperatuur tot 25°C kan gecreeërd worden met een warmtematje. Zoals altijd geef je een gradiënt van warmte en vochtigheid.
      • Uitbraakpreventie: Fluon, talkpoeder en parafinneolie zijn allen goed. Aangezien de soort redelijk groot is zijn ze redelijk gemakkelijk te houden. In de vrije natuur zijn het hele goede takkenklimmers.
    3. Biologische Informatie:
      Een kolonie bevat normaal tussen de 1000 en 4000 werksters, maar kan aangroeien tot 10.000 werksters. Koninginnenlarven groeien uit eitjes die in het najaar gelegd zijn. Ze overwinteren een eerste maal als larve in het nest, en verpoppen in de lente. De volwassen koninginnen overwinteren dan nogmaals in het nest, en houden pas een bruidsvlucht in het voorjaar bijna 2 jaar na het leggen van de eitjes. Deze overwintering zou noodzakelijk zijn voor een volledige ontwikkeling van de ovaria.

      Na de bruidsvlucht knaagt de koningin een klein kamertje in hout onder de schors. Het eerste jaar groeit de kolonie aan tot enkele tientallen werksters, het tweede jaar is er een ontwikkeling tot enkele honderden tot een duizendtal.

      Afbeelding
      In het prille begin van de kolonie fungeert de koningin als voornaamste opslagvat voor reserves.

      De mieren hebben een endogeen ritme. Ze worden wel gedeeltelijk beïnvloed door uitwendige factoren, maar hun interne klok is de belangrijkste factor in het jaarritme. Je kan de kolonie laten doorgroeien tot zolang de larfjes blijven groeien. Op een bepaald moment zal de kolonie echter beslissen om in winterslaap te gaan, en zullen de larfjes niet meer aangroeien, ondanks optimale verzorging. Op dit punt moet je ze een winterslaap geven, om ze wer actief te laten worden. Ik kijk meestal naar het klimaat van de plaats van herkomst, en geef ze een soortgelijke winter. Temperaturen tot tegen het vriespunt worden goed verdragen, en lijken zelfs aan te raden. Ik heb toch de indruk dat een goede, diepe, lange winterslaap het beste is, en de kolonie optimaal aan het nieuwe jaar laat beginnen. Ik geef meestal zes maanden winterslaap (oktober tot maart). Later kan ook, maar er moet toch iets van winterslaap (enkele maanden) geweest zijn. Niet zelden is de gyne weer terug aan de leg, één tot twee weken na het begin van het zachtjes geleidelijk opwarmen.
DUCKDUCKGO!
Gebruikersavatar
Mika
Teamlid
Berichten: 4245
Lid geworden op: 28 juni 2007
Locatie: Semmerzake - Gavere
Gender:
Leeftijd: 46
Contacteer:

Re: Camponotus vagus

Bericht door Mika »

Aanpassing caresheet in verband met de winterslaap.
DUCKDUCKGO!
Gesloten