Thesis 'Voedselecologie en taakverdeling bij F. rufa'

Onderzoek en (school)projecten van leden
Plaats reactie
drosera
Lid
Berichten: 29
Lid geworden op: 22 juli 2008
Leeftijd: 38

Thesis 'Voedselecologie en taakverdeling bij F. rufa'

Bericht door drosera »

jup,

Deze zomer start ik met het veldwerk van mijn thesis over bosmieren. Ik denk dat jullie wel geïnteresseerd zijn in mijn ervaringen. Ik probeer jullie op de hoogte te houden van mijn resultaten.
Voor de geinteresseerden heb ik de thesisbeschrijving hieronder gekopieerd. Mogelijks komt er nog een bijkomende studie met betrekking tot Wolbachia en de invloed op genetische isolatie in het Formica rufa complex.


Voedselecologie en taakverdeling bij de werksters van Formica rufa .

Nesten van de rode bosmier bestaan uit tienduizenden werksters die in een complexe sociale organisatie elke hun eigen taak en rol hebben. Er zijn voedselverzamelaars, nestbouwers, verzorgers en bewakers. Bovendien is de werksterkaste van de rode bosmierensoorten die bij ons voorkomen, uiterst polymorf en kan de grootte van de werksters variëren tussen 0,7 cm en 1,7 cm. Er zijn aanwijzingen dat de grootte van de werkster bepalend is voor de functie die zij heeft binnen het nest. Tijdens het gunstige seizoen (april-mei tot september-oktober) voeden de mieren zich met verschillende componenten van het bosecosyteem. In essentie worden er vier hoofdbronnen onderscheiden: herbivore en carnivore geleedpotigen voorkomend op bomen (1), honingdauw afkomstig van het hoeden van bladluizen op bomen (2), op kruiden van open plaatsen en bosranden (3), carnivore, herbivore en detritivore geleedpotigen en soms andere ongewervelden (o.a. regenwormen) van de bosbodem (4). Er is een grote temporele variatie in de aanvoer van deze verschillende categorieën voedselbronnen. Waardoor die bepaald is, is voorlopig nog niet éénduidig geweten. Mogelijks is ook de grootte van de werkster bepalend voor het type voedsel dat zij inzamelt. Tijdens het seminariewerk zal nagegaan worden wat reeds geweten is over de relatie tussen de grootte van de werkster en haar taak binnen het superorganismse. Bovendien zou is het ook de bedoeling dat in de literatuur wordt nagegaan in welke situaties er reeds temporele variatie in de aanvoer van verschillende voedselbronnen is bestudeerd. Met deze informatie dient dat de student dan een eigen methodiek uit te werken, waarmee en hij/zij nagaat of deze twee algemeen aangenomen waarheden ook te herkennen en te verklaren zijn in een grote populatie van rode bosmieren tijdens de daaropvolgende scriptie.
insectlover
Lid
Berichten: 7
Lid geworden op: 24 augustus 2008
Gender:
Leeftijd: 30

Re: thesis

Bericht door insectlover »

Ik weet niet hoeveel ervaring u heeft in de studie van mieren, maar dit stukje tekst brengt mij momenteel wel aan het denken. Ik weet niet of dit specifiek bij de Formica rufa (en dan spreek ik over de taakverdeling) heel anders in elkaar zit dan bij andere mierensoorten. Misschien heeft u er wel meer verstand van maar ik zou toch mijn idee over enkele dingen willen geven.

Ik denk dat er nu veel te diep in wordt gegaan op het beestje de mier zelf. De mier is onderdeel van een superorganisme, net zoals een cel in ons lichaam onderdeel is van het menselijk organisme. Een mier wordt niet geboren als voedselverzamelaar, nestbouwers of verdediger, maar ze doen de taak die op dat moment het meest van belang is voor het in stand houden van het superorganisme. Ze kunnen dezelfde werksters die op het ene moment voedsel aan het zoeken zijn op het andere moment bezig gaan aan de nestbouw, en als het nest bedreigd wordt, opeens overgaan op de verdediging; zover ik weet heeft een werkster dus nooit een vaste taak.

Toch zijn er wel enkele soorten waar je wel degelijk een taakverdeling ziet, maar dit is dan ook alleen bij de soorten die verschil maken tussen minor, media en major. Dit is niet vanwege een taakverdeling in het verdedigen, voedselverzamelen en nestbouw, want hier kan je nog steeds alle werksters in verschillende grootte aan zien meehelpen. Een major is gewoon een werkster alleen met veel meer spiermassa om door hardere dingen heen te kunnen bijten. Zo kan er een veel grotere sprinkhaan aangevallen worden door een groep mieren, maar hier zie je zowel minor, media als major aanwezig, net als bij de verdediging waar ook zowel de minor als de media als de major aanwezig kan zijn.

Maar dit gedrag is volgens mij totaal niet aanwezig bij de Formica rufa omdat zij geen verschil in minor,media en major hebben.

En hierdoor denk ik dus niet dat als er ergens een regenworm ligt, daar alleen werksters van een bepaalde grootte zich daarop richten. En ik weet wel zeker dat als er honingdauw ergens te vinden is dat zowel de grotere werksters als de kleinere werksters in het nest zich allemaal tegoed zullen doen aan die honingdauw, welke grootte de werkster ook heeft. Als het superorganisme op een moment suikers nodig heeft die zij vinden in honingdauw zal eerder het aantal werksters dan de grootte van de werksters het verschil uitmaken.
Gebruikersavatar
Mika
Teamlid
Berichten: 4245
Lid geworden op: 28 juni 2007
Locatie: Semmerzake - Gavere
Gender:
Leeftijd: 46
Contacteer:

Re: thesis

Bericht door Mika »

Kijk Insectlover, in een thesis ga je net na of het klopt wat je denkt over bepaalde zaken. Wetenschap gaat niet enkel over het formuleren van hypotheses, maar over het formuleren van falsifierbare hypotheses. De stelling blijft dan enkel overeind indien ze niet gefalsifieerd wordt door gerichte observaties die dat wel hadden kunnen doen.

Anders gezegd: wat je denkt is mooi, maar klopt dat ook echt voor een soort zoals F rufa?

Er is dan ook geen enkel feit dat in de wetenschap ooit gevrijwaard zal zijn van verdere studie (alhoewel dat het in een aantal gevallen praktisch wel heel onnozel zou zijn.)

Ik dacht dat de grootte van de werksters vooral afhankelijk zou zijn van het beschikbare voedsel, en dat grote werksters vooral in de herfst geboren werden, en dan volgepropt werden met voedsel voor de lente? Wordt ook nagegaan wanneer welke groottes vooral opgevoed worden? Als grootte enkel afhankelijk is van de voedselaanvoer, dan zou dat voor mij een aanwijzend argument zijn om te denken dat er verder geen verschillende arbeidsverdeling hoeft te zijn tussen verschillende groottes. Het hangt er ook van af hoe lang de werksters leven.

EDIT: trouwens: een heel aantal interessante ontdekkingen zijn gedaan door te onderzoeken 'wat iedereen al wist'.
DUCKDUCKGO!
Gebruikersavatar
McK
Lid
Berichten: 1357
Lid geworden op: 25 juli 2007
Locatie: Sint-Niklaas
Gender:
Leeftijd: 37
Contacteer:

Re: Thesis

Bericht door McK »

Ik heb zelfs gelezen dat de grootte van de werksters ook een deel werd bepaald tijdens het larve stadium namelijk het "verwaarlozen", likken en herhaaldelijk bijten van de larve.
We are always running for the thrill of it.
drosera
Lid
Berichten: 29
Lid geworden op: 22 juli 2008
Leeftijd: 38

Re: Thesis

Bericht door drosera »

Het is een misvatting dat alleen mieren met discrete kasten een werksterverdeling hebben. Ook polymorfe mieren met continue size-distribution kunnen taakverdeling hebben (voorbeelden uit literatuur kan ik je geven als je wilt). Belangrijk is dat je taakverdeling niet als een zwart-wit proces ziet (grote mier doet alleen verdediging, kleine mier doet alleen aan voedselverzameling), maar eerder als een preferentie om een ene taak meer te doen dan de andere in vergelijking met de rest van de kolonie (wat ook bij discrete klassen geldt). Dus je werkt met gemiddelden en doet daar statistiek op om te kijken of er significante verschillen zijn. De stimuli om een bepaalde taak te doen zijn in dat opzicht verschillend naargelang de werkstergrootte. Vb voor een grote werkster zou de concentratie suiker (treshold) groter kunnen zijn vooraleer ze die opdrinkt, maar de treshold om agressief gedrag te vertonen dan weer lager. Natuurlijk is taakverdeling bij discrete kasten veel duidelijker. Maar het is belangrijk dat taakverdeling bij continue size distribution in de evolutie vb kan overgaan naar een bimodale distribuite en dan uiteindelijk naar 2 totaal verschillende kasten.
Bij bosmieren (die toch een grote size range hebben) concreet zijn er toch een aantal relaties bekend
-zo zijn de broedverzorgers gemiddeld kleiner dan de foragers
-zijn er vb gekend dat de werksters (dus ook gemiddeld) die dicht bij het nest bladluizen melken kleiner zijn dan die verderop. Hypotheses daaromtrent gaan van betere competitief vermogen met conspecifieke soorten, betere navigatie grotere werksters, betere efficientie ...
- is er een vermoeden dat er een verschil in grootte is tussen de werksters die prooien binnenhalen en degene die honingdauw verzamelen. Bij de honingdauwverzamelaars zou er dan nog een verschil zijn tussen die primair de honingdauw verzamelen en degene die secundair (na trophallaxis) de honingdauw naar het nest vervoeren.

Er zal inderdaad best voor de variatie in aandeel grootte werksters naargelang de tijd gecontroleerd worden.
Simon
Lid
Berichten: 40
Lid geworden op: 30 januari 2009
Locatie: Dendermonde
Gender:
Leeftijd: 38

Re: Thesis

Bericht door Simon »

http://www.ted.com/index.php/talks/debo ... _ants.html

Relevante presentatie. Werkverdeling bij forager ants is blijkbaar bijna volkomen gebaseerd op leeftijd en enkel verdeeld volgens locatie en dus niet specifieke taak. Jongste mier zit het diepst in het nest en voert daar taken uit die voorhanden zijn. Een mier die zich buiten het nest begeeft zal dus alle taken die daar mogelijk zijn uitvoeren gebaseerd op welke geurpatronen de andere mieren doorgen. 1 mier voert dus alle taken uit in die specifieke locatie.
Gebruikersavatar
Floris
Teamlid
Berichten: 4779
Lid geworden op: 16 juli 2007
Locatie: Zwolle
Gender:
Leeftijd: 42
Contacteer:

Re: Thesis

Bericht door Floris »

Simon schreef:Werkverdeling bij forager ants is blijkbaar bijna volkomen gebaseerd op leeftijd en enkel verdeeld volgens locatie en dus niet specifieke taak. Jongste mier zit het diepst in het nest en voert daar taken uit die voorhanden zijn. Een mier die zich buiten het nest begeeft zal dus alle taken die daar mogelijk zijn uitvoeren gebaseerd op welke geurpatronen de andere mieren doorgen. 1 mier voert dus alle taken uit in die specifieke locatie.
Dit doet me sterk denken aan de taakverdelingen van bijen.
🐜 Antwoorden op veel gestelde vragen zijn te vinden in de Introductie mierenhobby.
Plaats reactie