Redenen waarom je voor (een) bepaalde soort(en) hebt gekozen

[ANThousiasteling]

Beste mierenliefhebbers,

Wat waren voor jou de doorslaggevende redenen waarom je ervoor hebt gekozen een bepaalde mieren soort te gaan houden? Als ik zo het soorten overzicht ziet in de rubriek Blog dan zijn er redelijk wat soorten vertegenwoordigd, iedere soort heeft zo zijn specifieke kenmerken waardoor ze voor iemand aantrekkelijk worden om gehouden te worden. Voor beginners en semi gevorderden is het een goede leidraad om tot een keuze te kunnen komen welke volgende soort ze willen gaan houden na de beginners soorten. Hieronder een aantal suggesties mbt. de mogelijke redenen. (Heb je trouwens meerdere soorten in bezit of gehad, vermeld ze dan allemaal)

Heb je een soort bijvoorbeeld gekozen omdat:

de kleur mooi is,
de werksters minor en major werksters kennen,
de gehele mierensoort erg kleine of juist erg grote mieren voortbrengt,
de gyne heel groot is,
de kolonie enorm volkrijk kan worden,
de soort interessant jachtgedrag laat zien,
ze een bijzondere soort voedsel en voedselproductie methode hanteren,
ze zeer makkelijk te houden zijn of juist heel moeilijk waardoor het een grote uitdaging was,
ze een bepaalde mate van gevaar (bijten, steken, agressief etc) met zich meebrachten en het je om die spanning ging,
de soort erg zeldzaam is in de hobby,
de soort een andere vorm van erg interessant gedrag laat zien,
of omdat ............ (vul zelf maar in)

Noem aub. de naam van de soort waar je bewust voor hebt gekozen, dan de bewuste reden waarom jij voor deze soort hebt gekozen (de plus punten dus), en daarna de valkuilen die je tegen bent gekomen van deze soort (de later ontdekte min punten).

Alvast bedankt.

[SirLenz0r]

Messor barbarus, omdat ze
* Makkelijke beginners soort zijn, maar we ze toch niet in NL tegen komen
* Niet te veel vocht nodig (i.v.m. mogelijke schimmel in nest) hebben
* Ze met zaadjes slepen naar hun nest (zaad is ook nog eens heel makkelijk voer )
* Majors hebben
* Niet klein zijn
* Niet heel klimmerig zijn

[mn]

Pheidole pallidula, omdat ze
*Onder goede omstandigheden enorm kunnen aangroeien
*Erg klein zijn
*Majors hebben
*Ze massaal hun prooi aanvallen, en soms met honderden het nest uit stormen
*Kolonies erg groot kunnen worden

minpunten:

Zijn goed in het ontsnappen, graven door ytong, gips en zelfs silicone door als ze willen. Zijn kleine miertjes met weinig gewicht en daardoor dus erg moeilijk om bij te houden met een anti-ontsnappingsmiddel. Een gesloten setup is aan te raden.

[ameiseman]

Camponotus vagus, omdat ze
*Voor een Camponotus soort vrij snel groeien
*Groot zijn
*De gyne ook impossant is
*Ze veel insecten eten, en ook vrij agressief zijn
*Zwart zijn, waardoor je de witte haartjes op hun lichaam kan zien
*Veel buiten het nest komen en er dus altijd wel iets te zien is

Minpuntje:
Bij mij laten ze maar een klein deel van de jonge larven groeien, een groot deel sterft. Maar ik denk dat dit ligt aan mijn verzorging, of misschien de kolonie zelf. Ook zijn ze best rommelig, bij mij ligt er altijd veel afval in het nest(nest is niet te groot).

Messor barbarus, omdat ze
*Zaden eten, wat ik interessant vind
*Grote majors met rode koppen hebben
*Niet hier voorkomen, wat het toch wat aparter maakt om ene soort te houden

Minpuntje:
Er zijn bij mij heel wat kolonies doorheen gegaan voordat ik ze voorbij de 50 werksters kreeg. Maar dit kwam denk ik omdat ik te veel keek. En volgens mij eet de ene kolonie meer zaden dan de andere.

Aphaenogaster subterranea, omdat ze
*Een slanke bouw hebben, wat leuk is naast de stevige bouw van Camponotus vagus
*Meerdere gynes (kunnen) hebben
*Er volgens mij niet zoveel over deze soort bekend is, het is leuk om zelf achter dingen te komen.

Minpuntje:
Larfjes groeien erg langzaam, misschien dat het na de winterslaap beter gaat.

[ANThousiasteling]

Super die info, ik hoop dat nog vele mierenliefhebbers met info zullen volgen. Zijn dit de enige soorten die jullie hebben? Hebben jullie nadien geen valkuilen of minpunten aan deze soorten ontdekt. Zo ja pas dan aub. je bericht even aan. Nogmaals bedankt voor de info.

[Mika]

ja, ik kan me bij Pheidole pallidula inderdaad enkele minpunten indenken.

[MorbidMike]

Camponotus substitutus

Pluspunten:
de soort heeft majors en minors,
de soort is (zeker voor Europese standaarden) groot,
ze hebben geen winterslaap,
ze groeien snel aan,
ze ontsnappen bijna nooit door hun grootte,
door met hun gasters op de ondergrond te tikken maken ze voor ons hoorbare geluiden,
zeer aggressief bij voldoende hoge temperatuur,
erg schoon: ze verzamelen al hun doden op 1 plaats wat het schoonmaken bijzonder makkelijk maakt,
voor een exotische soort zeer makkelijk te houden.

Minpunten:
verwarming in de winter is bijzonder noodzakelijk, en ik vind nog steeds dat Camponotus ligniperda er mooier uit ziet.

In totaal zou ik over deze soort schrijven dat het een zeer goede soort is voor iemand die met een exotische soort wil beginnen. Ze zijn redelijk bestendig voor foutjes zoals een koudere temperatuur in de buitenwereld, het enige waar ze echt niet tegenkunnen is droogte. Het is een soort die in veel mensen die niks van mieren weten wel enige interesse kan wekken, vooral omdat alles wat zichtbaarder is door de grootte, doordat ze tijdens de winter ook nog actief zijn, dat ze een "begraafplaats" maken, en het feit dat ze hoorbaar geluid produceren maakt vaak ook indruk. Het nadeel is dat ze niet veel gedrag vertonen dat Europese soorten al niet vertonen, dus in die zin is er niet veel "extra" aan, behalve dat ze geen winterslaap hebben. Als iemand echt op zoek is naar speciaal gedrag is een andere soort aan te raden.