Indien geen reactie meer, is dit dan de laatste update van mijn verhaal. En ik kan alvast verklappen dat het een positieve update is.
Ik had in een vorige post gezegd dat ik zou trachten een beknopte overview te bezorgen van het ganse verhaal. En aangezien veel mensen graag tot het einde van een thread scrollen vooraleer ze de rest lezen, lijkt het me nu aangewezen om hier een laatste update te bezorgen, die misschien velen kan helpen indien zij hetzelfde probleem tegen komen als ikzelf.
Dus, hier chronologisch de feiten:
1. Ik kocht bij Antstore.net een kleine kolonie van Pheidole pallidula, met één gyne en een kleine 20-tal werksters. Er waren enkel minors. Geen majors en ook geen soldaten.
Ze zaten mooi verpakt in een proefbuisje met waterreservoir.
Ik had er ook een bakje besteld als buitenwereld en een aantal accessoires, en ook wat wit zand (dit zand is volgens mij de oorzaak van de problemen, en zal hierna worden besproken)
2. Ik maakte met het wit zand in het bakje een eenvoudige buitenwereld door het zand lichtjes te bevochtigen en dan te laten drogen. Het werd zo heel hard en vormde dus een perfecte ondergrond. Hierop installeerde ik dan het proefbuisje dat ik opende, waarop de miertjes de buitenwereld konden verkennen, wat ze ook meteen deden.
Ook installeerde ik een warmtematje, en mat de temperatuur overal. Ze moeten ongeveer tussen de 24° en de 28° hebben gezeten in het nestje.
3. Om het proefbuisje vast te zetten, gebruikte ik nog meer van het los zand, maar dat liet ik niet uitharden. De korrel van dat zand was zeer dun, en kwam zelfs wat stofferig over. Vaak zag ik dan ook een miertje wat onhandig door het "stof" gaan. Maar ik schonk er verder niet veel aandacht aan, want ik zag niet echt iets verontrustends.
3. De miertjes namen regelmatig voedsel aan, dus alles ging mijns inziens goed. Tot ik zag dat er regelmatig een lijkje lag in de buitenwereld. Ik dacht aanvankelijk dat dit normaal was (dat ze dus een natuurlijke dood stierven), maar toen het aantal gehalveerd was, begon ik hier toch aan te twijfelen.
4. Eerst dacht ik dat het misschien het proefbuisje was dat niet meer voldeed (misschien schimmels of dergelijke), dus liet ik ze verhuizen naar een nieuw proefbuisje. Dat ging vrij vlot door van het oude buisje de verduistering weg te halen en de nieuwe goed te verduisteren. Alles goed dus...
5. Toch bleven er lijkjes vallen. En, ook al was er vaak broed te zien, het aantal miertjes bleef achteruit gaan.
6. Dan besloot ik iets drastisch te doen : ik vulde een klein glaasje met aarde (uit de tuin, maar op voorhand mooi gefilterd en gekookt in water), en drukte daar centraal een klein gaatje in uit. Met een brug gemaakt van karton, konden ze er makkelijk heen. Er waren toen nog maar 4 werksters over naast de gyne! Het was dus werkelijk 5 voor 12!
7. De ochtend nadien zag ik dat het proefbuisje leeg was, en ik zag enkele korreltjes aarde rond het gaatje dat ik gemaakt had in de grond. De miertjes waren dus verhuisd! Nu kon ik absoluut niets meer zien, en ik liet maar begaan.
Uiteraard bleef ik dode fruitvliegjes geven en af en toe wat honingwater, en ook regelmatig eens een vers gedood mini-spinnetje.
8. Vaak zag ik geen enkele mier in de buitenwereld, of zelfs op de aarde rond het nest. Soms al eens eentje en soms twee. Zo ging het dagen door.
9. Het was wel duidelijk dat de kolonie goed leefde, want voedsel werd nog steeds telkens aangenomen. Maar ik zag nooit meer dan één of twee miertjes buiten.
10. Dan, op een dag, veel later, gaf ik een vers gedode spin (een redelijk grote), die ze zeker niet meteen het nest konden in sleuren. En hier gebeurde het: meer dan 20 werksters kwamen erop af en krioelden over de spin. En dan werd het nog mooier! Ik zag plots een soldaat, die duidelijk ingezet werd om de spin in stukken te snijden, want ze begon gretig in de pootjes te bijten tot deze konden worden in het nest gesleurd.
11. Vandaag is het zo dat ik al een hele tijd geen soldaat meer gezien heb. Maar er lopen nu wel steeds 5-6 tot soms wel 10 werksters buiten het nest. Het gaat dus zeker goed en ik verwacht dat het verder in de goede richting zal lopen.
Ik vermoed - en dit is echt een schatting, want ik heb absoluut geen zicht binnen het nest - dat er minstens 30-40 werksters zijn ondertussen. En ik verwacht dat dit aantal zeer snel zal blijven stijgen nu.
Wat ik ondertussen geleerd heb:
Met een zand/leem mixture moet je altijd opletten. Wanneer je het te droog laat, kan het stofferig zijn, waardoor het de stigma's van de mieren gaat verstoppen en ze kunnen sterven!
Bevochtig je het goed en laat je het mooi vochtig, dan krijgt het een andere structuur waardoor het heel goed wordt voor de mieren om in te graven.
Een tip voor wie problemen heeft bij het groot brengen van een kolonie in een proefbuis:
Er zijn heel veel verschillende mogelijke oorzaken voor sterfte bij werksters van een nieuwe kolonie. Ik meen mijn reden te hebben gevonden, maar er kunnen uiteraard andere redenen zijn, en wellicht zal ik het dan noot weten.
Wat ik in ieder geval aanraad wanneer je een abnormale sterfte merkt en je kolonie steeds kleiner lijkt te worden is:
Heb de moed om de kolonie te laten verhuizen naar een aarden nest, waarin je ze natuurlijk helemaal niet meer zal kunnen zien. Zorg dat de aarde steeds genoeg bevochtigd wordt, en blijf ze voldoende voederen wat ze graag aannemen.
Laat ze hun gang gaan en probeer ze niet te storen (dit gaat toch bijna niet want om ze te kunnen zien moet je hun gaan uitgraven!
).
Als je telkens maar 1 of 2 miertjes buiten het nest ziet, ga dan niet panikeren. Als ze voedsel blijven aannemen, wilt het zeggen dat er iets broedt binnen in het nest.
Vergeet ook niet dat het overgrote deel van de mieren ondergronds leven. Ga er dus maar gerust vanuit dat er steeds veel meer mieren binnen in het nest zitten dan buiten!
Ik hoop dat mijn bijdrage geapprecieerd wordt en dat andere mieren liefhebbers hier wat aan hebben gehad.
Groetjes