Myrmica rubra (Lvet)
Geplaatst: 08 jul 2012, 22:05
Inleiding
Eindelijk! Reeds een jaar, hoewel niet aan één stuk door, ben ik op zoek naar een kolonie van deze rode steekmier, zoals ze in de volksmond genoemd wordt. Vele bosranden en vele graslanden heb ik afgezocht en tijdens deze zoektochten kwam ik wel eens kolonies tegen, maar de koninginnen waren keer op keer verlegen. In bossen moest ik vaak de zoektocht staken ten gevolge van hongerige muggen. De laatste keer liep ik verslagen naar huis met wel tien muggenbulten.
Op 30 juni 2012 was het echter zover, ik besloot een ander type gebied op te zoeken. Achter een industrieterrein, vlak bij een snelweg, vond ik een stuk hoog, verwaarloosd gras. Er was geen mens te bekennen, maar nog belangrijker, er was ook geen mug te bekennen. Aan het gras lag een min of meer opgedroogd slootje, maar nog voldoende nat om de grond eromheen vochtig te houden. Ik zag de eerste werksters al lopen. Ik zag hopen humus van bladeren en takken tussen het gras, langs het hele slootje. Elk humuslaagje dat ik bewoog, stikte van de M. rubra. Werksters, broed. Het lag er vol van. Een waar paradijs. Het hele gebied was gekoloniseerd door deze, mijn inziens, prachtige roodbruine soort.
Maar de koninginnen wisten dat ik daar was voor hen en zij waren dan ook uiterst voorzichtig. Weer kon ik ze niet vinden. Het duurde even en hoewel ik het er naar mijn zin had, moest ik er echt een einde aan breien. Zodoende tilde ik een stuk rot hout op die duidelijk vol zat met M. rubra. Het stuk hout (eerder een stok) was te groot voor het bescheiden bakje dat ik mee had genomen, dus ik moest het in een aantal stukken breken. Een deel van het broed viel uit het gebroken hout, alsof ik een zoutvaatje vast had en mijn maaltijd rijkelijk met natriumchloride bestrooide. Ik deed het hout in mijn bakje en besloot naar huis te gaan. Of ik ook daadwerkelijk één of meer koninginnen te pakken had, was een grote gok.
Eenmaal thuis aangekomen keek ik naar het bakje en werd ik aangenaam verrast. Daar liep ze haastig, een beetje in paniek, over de bodem van het bakje. Snel verdween zij weer uit het zicht. Ze accepteerde haar lot en liet mij derhalve weten dat ze er was, opdat ik goed voor haar kolonie zou zorgen.
Momenteel is de 'opstelling' als volgt. Het bakje waarin ik ze gevangen heb, ligt in een groter bakje met een flinke laag talk. Het kleine bakje is voorzien van een reageerbuisje die niet verduisterd is. In het grotere bakje liggen naast het kleine bakje nog drie reageerbuizen, die wel verduisterd zijn. Zoals te zien is op de foto's, zijn de mieren al verhuisd naar het vochtige, onverduisterde buisje, omdat het hout inmiddels opgedroogd is.
In dit buisje heb ik in de krioelende massa mogen waarnemen dat ik niet één, maar twee koninginnen heb! Daar ben ik natuurlijk erg blij mee. Ik heb goed gekeken, maar misschien is er nog een derde koningin. Die kans acht ik echter klein.
De bedoeling is dat ze nu volledig naar de buisjes verhuizen. Ik weet niet wat er in het (holle) hout nog verstopt zit. Op een gegeven moment zal ik het hout verwijderen en deze goed openhalen. Eventueel zal ik de achtergebleven, eenzame lieden dan handmatig verhuizen. Het kleine bakje zal dan ook verwijderd worden, zodat het grote bakje hun voorlopige nest wordt. Een buizennest dus, tot ik een mooi ytongnest voor ze gemaakt heb. Pas dan kan ik ze goed bekijken en hopelijk duidelijkere foto's maken.
Maar tot die tijd ben ik tevreden. Ik bezit eindelijk de door mij felbegeerde M. rubra, die naar mijn mening tot één van de mooiere soorten van Nederland behoort. Bovendien ben ik tijdens deze rooftocht nul keer gestoken. Niet door de mieren, noch door een mug.
Vragen en opmerkingen bij deze blog.
Eindelijk! Reeds een jaar, hoewel niet aan één stuk door, ben ik op zoek naar een kolonie van deze rode steekmier, zoals ze in de volksmond genoemd wordt. Vele bosranden en vele graslanden heb ik afgezocht en tijdens deze zoektochten kwam ik wel eens kolonies tegen, maar de koninginnen waren keer op keer verlegen. In bossen moest ik vaak de zoektocht staken ten gevolge van hongerige muggen. De laatste keer liep ik verslagen naar huis met wel tien muggenbulten.
Op 30 juni 2012 was het echter zover, ik besloot een ander type gebied op te zoeken. Achter een industrieterrein, vlak bij een snelweg, vond ik een stuk hoog, verwaarloosd gras. Er was geen mens te bekennen, maar nog belangrijker, er was ook geen mug te bekennen. Aan het gras lag een min of meer opgedroogd slootje, maar nog voldoende nat om de grond eromheen vochtig te houden. Ik zag de eerste werksters al lopen. Ik zag hopen humus van bladeren en takken tussen het gras, langs het hele slootje. Elk humuslaagje dat ik bewoog, stikte van de M. rubra. Werksters, broed. Het lag er vol van. Een waar paradijs. Het hele gebied was gekoloniseerd door deze, mijn inziens, prachtige roodbruine soort.
Maar de koninginnen wisten dat ik daar was voor hen en zij waren dan ook uiterst voorzichtig. Weer kon ik ze niet vinden. Het duurde even en hoewel ik het er naar mijn zin had, moest ik er echt een einde aan breien. Zodoende tilde ik een stuk rot hout op die duidelijk vol zat met M. rubra. Het stuk hout (eerder een stok) was te groot voor het bescheiden bakje dat ik mee had genomen, dus ik moest het in een aantal stukken breken. Een deel van het broed viel uit het gebroken hout, alsof ik een zoutvaatje vast had en mijn maaltijd rijkelijk met natriumchloride bestrooide. Ik deed het hout in mijn bakje en besloot naar huis te gaan. Of ik ook daadwerkelijk één of meer koninginnen te pakken had, was een grote gok.
Eenmaal thuis aangekomen keek ik naar het bakje en werd ik aangenaam verrast. Daar liep ze haastig, een beetje in paniek, over de bodem van het bakje. Snel verdween zij weer uit het zicht. Ze accepteerde haar lot en liet mij derhalve weten dat ze er was, opdat ik goed voor haar kolonie zou zorgen.
Momenteel is de 'opstelling' als volgt. Het bakje waarin ik ze gevangen heb, ligt in een groter bakje met een flinke laag talk. Het kleine bakje is voorzien van een reageerbuisje die niet verduisterd is. In het grotere bakje liggen naast het kleine bakje nog drie reageerbuizen, die wel verduisterd zijn. Zoals te zien is op de foto's, zijn de mieren al verhuisd naar het vochtige, onverduisterde buisje, omdat het hout inmiddels opgedroogd is.
In dit buisje heb ik in de krioelende massa mogen waarnemen dat ik niet één, maar twee koninginnen heb! Daar ben ik natuurlijk erg blij mee. Ik heb goed gekeken, maar misschien is er nog een derde koningin. Die kans acht ik echter klein.
De bedoeling is dat ze nu volledig naar de buisjes verhuizen. Ik weet niet wat er in het (holle) hout nog verstopt zit. Op een gegeven moment zal ik het hout verwijderen en deze goed openhalen. Eventueel zal ik de achtergebleven, eenzame lieden dan handmatig verhuizen. Het kleine bakje zal dan ook verwijderd worden, zodat het grote bakje hun voorlopige nest wordt. Een buizennest dus, tot ik een mooi ytongnest voor ze gemaakt heb. Pas dan kan ik ze goed bekijken en hopelijk duidelijkere foto's maken.
Maar tot die tijd ben ik tevreden. Ik bezit eindelijk de door mij felbegeerde M. rubra, die naar mijn mening tot één van de mooiere soorten van Nederland behoort. Bovendien ben ik tijdens deze rooftocht nul keer gestoken. Niet door de mieren, noch door een mug.
Vragen en opmerkingen bij deze blog.