Wij zijn Elles en Frank, 2 scholieren uit 6 vwo. Voor ons profielwerkstuk gaan wij proberen het looppad van mieren te voorspellen m.b.v. wiskunde, hiervoor gebruiken wij Fermats principe van de kortste weg. Deze natuurwet zegt het volgende:
Hiervan afgeleid is bijv. de wet van Snellius, die aangeeft hoe lichtstralen gebroken worden op de overgang van het ene medium naar het andere. De breking ontstaat doordat licht in het ene medium een grotere snelheid heeft dan in het andere medium."De weg die een lichtstraal tussen twee punten aflegt, is die welke in de kortste tijd afgelegd wordt."
Of dit principe ook toegepast kan worden op mieren, is al onderzocht door wetenschappers. Bij vuurmieren bleek dit namelijk wel het geval te zijn (Natuurlijk is dit geen garantie dat dit dus voor alle mierensoorten geldt, maar wij vermoeden van wel). Mocht het u interesseren hoe dit in zijn werk is gegaan, de publicatie is via de volgende link te bereiken: http://www.plosone.org/article/info:doi ... 0059739#s2
In ons profielwerkstuk willen wij de volgende vraag beantwoorden:
Om dit te bepalen hebben wij de volgende onderzoeksopstelling bedacht: Wij willen de mieren dus over 2 verschillende soorten materialen laten lopen, waarbij de mieren op elk materiaal een verschillende loopsnelheid hebben.Is het mogelijk om met Fermats principe van de kortste weg de refractie van het looppad van mierensoort [X.x] te voorspellen? (waarbij [X.x] de gebruikte mierensoort is)
Om ervoor te zorgen dat er (waarschijnlijk) een goed waarneembare buiging ontstaat, zoeken wij 2 materialen waartussen het snelheidsverschil relatief gezien groot is.
Deze materialen willen we vinden m.b.v. de deelvraag "Waarom is er een afwijking in loopsnelheid van de mieren op verschillende stoffen?"
Als we twee goede materialen gevonden hebben, dan gaan wij de snelheid op elk materiaal experimenteel bepalen. Hiervoor hebben wij de volgende proefopstelling bedacht: Het idee achter de lijn feromonen is dat de mieren in een rechte pad naar het voedsel lopen, zodat we de afgelegde afstand en bijbehorende tijd nauwkeurig kunnen bepalen.
Waar we bij onze opstelling precies rekening mee moeten houden, willen we weten door het beantwoorden van de deelvraag "Bij welke omstandigheden zijn mieren gemotiveerd om deel te nemen aan ons experiment?" Wat ik hierbij zo kan bedenken is de temperatuur, soort voedsel, enz. Op het forum is hier veel over te vinden, hebben we al gezien.
Nou hebben wij voor ons experiment een mierenkolonie nodig, en wij vroegen ons af of er misschien nog leden zijn op dit forum die ons hieraan kunnen helpen? Een voorkeur voor een bepaalde mierensoort hebben wij niet, zolang wij maar een kolonie hebben die groot genoeg is om ons experiment mee uit te voeren.
Alvast bedankt,
Elles en Frank