Over de verf heb ik een paar beschermende lagen lak aangebracht. Het is een watergedragen, kleurloze parketlak van het merk Glitsa.
Tussen de rotsformaties ben ik aan de slag gegaan met het tijdrovende aanbrengen van een mozaïek van fijn grind. Een grote pincet bracht hierbij uitkomst. Eerst een laag lak waarin de steentjes werden gelegd en later nog een laag lak er overheen. Ik gebruikte een schroevendraaier af en toe om de steentjes wat verder te schuiven of iets te draaien. Ik besef dat een groot deel ervan weleens achter de bladeren van de plant kan gaan verdwijnen, maar ik blijf het mooi vinden.
In tegenstelling tot mijn vorige project wordt het grind ditmaal alleen tegen de achterwand, dus verticaal, aangebracht. Ik wil voorkomen dat er voedselresten tussen het grind komt te zitten. Iets wat in de praktijk heel moeilijk bleek schoon te maken te zijn als je daar te lang mee wachtte. Hier maakte ik me met regelmaat schuldig aan, omdat ik de mieren in de buitenwereld zo min mogelijk wilde storen.
Op de bodem heb ik over de verf eveneens lak aangebracht waarover zand werd gestrooid. Het kostte wat meer moeite om dit voor elkaar te krijgen. Na de droogtijd borstelde ik voorzichtig het loszittende zand eraf en dat bleek steeds heel veel te zijn. Daarna ben ik druppels lak over kleine oppervlakten gaan uitsmeren en heb daar het zand in gedrukt en dat bleek beter te werken. De wachttijd er tussen was wat minder, maar wat je niet kan veranderen moet je eenvoudig accepteren.
Daarna heb ik het laatste grind op de achterwand aangebracht. Hier en daar heb ik later steentjes toegevoegd om de grijze achtergrond verder weg te werken. Het zal altijd wel te zien blijven als je er naar op zoek bent, maar van enige afstand valt het nauwelijks meer op.