Mieren maken ketting voor grote prooi
- Floris
- Teamlid
- Berichten: 4779
- Lid geworden op: 16 juli 2007
- Locatie: Zwolle
- Gender:
- Leeftijd: 43
- Contacteer:
Mieren maken ketting voor grote prooi
Antwoorden op veel gestelde vragen zijn te vinden in de Introductie mierenhobby.
Re: Mieren maken ketting voor grote prooi
Ik had de vorige video ook gezien en ben weer net zo geïntrigeerd van dit gedrag. Zou bijna het artikel kopen, maar ik vind de prijs een stuk te hoog.
"... the mystery of life isn't a problem to solve but a reality to experience." ~ Frank Herbert in Dune, 1963
-
- Lid
- Berichten: 58
- Lid geworden op: 05 augustus 2015
- Locatie: Den Bosch
- Gender:
- Leeftijd: 40
Re: Mieren maken ketting voor grote prooi
Als onderzoeker heb ik vrije toegang tot het artikel. Ik kan het je sturen als je wilt.
Ik zal hier sowieso binnenkort een Nederlandse samenvatting van het artikel neerzetten.
Ik zal hier sowieso binnenkort een Nederlandse samenvatting van het artikel neerzetten.
-
- Lid
- Berichten: 58
- Lid geworden op: 05 augustus 2015
- Locatie: Den Bosch
- Gender:
- Leeftijd: 40
Re: Mieren maken ketting voor grote prooi
Bij deze!
Peeters & de Greef, Predation on large millipedes and self-assembling chains in Leptogynes ants from Cambodia, DOI 10.1007/s00040-015-0426-2
Kleinere prooien warden alleen gedragen, terwijl voor grotere prooien de mieren ketens maakten. Deze ketens maakten het mogelijk om tot 16.4 gram aan millipedes te trekken. De ketens zijn lineair of aftakkend en veranderden om obstakels onderweg te kunnen omzeilen. Van deze ketens was waargenomen dat er tot 52 mieren bij betrokken zijn, terwijl maar enkelen de prooi vasthouden.
Ketens zijn een spectaculair voorbeeld hoe mieren met elkaar samenwerken en worden waargenomen voor het overbruggen van water of het brengen van grote bladeren naar het nest. Deze publicatie is de eerste die het maken van ketens waarneemt bij het vangen en meenemen van een prooi. Het aanvallen van een millipede is volgens het artikel erg lastig, omdat deze dieren goed beschermd zijn vanwege hun exoskelet en het uitscheiden van onder andere waterstof cyanide en verschillende terpentijnen. De groep is op expeditie gegaan naar Cambodja om daar het gedrag te bestuderen.
Er waren kleine ‘raiding parties’ van 20-50 werksters die in een kolonne achter elkaar aan liep. Sommige mieren verlieten de lijn om aan de zijkant van de kolonne te kijken of ze millipedes zagen. Het is daarbij niet zeker of mieren de millipedes kunnen ruiken of waarnemen, of dat het volledig op toeval gebeurt.
De groep plaatsten een 15 cm (!!!) lange millipede op zo’n 3 meter van de raiding party. Al snel hadden de mieren het door en begonnen de mier te omcirkelen, zonder de millipedes nog te steken of te bijten. Zodra de millipedes actief werd vielen de mieren aan.
Zodra de millipedes compleet verdoofd was door de steken, werd de 16.4 gram zware millipedes vastgepakt bij poten en antennes en vormden zich ketens van mieren. De eerste mier beet met haar kaken de millipedes vast, terwijl de tweede mier met haar kaken de vernauwing tussen het eerste en tweede gaster (van de eerste mier) vastbeet, waarna een derde op eenzelfde manier de tweede vastbeet. Wanneer twee mieren de voorganger vastbeet, splitste de keten zich af. Er werden alleen ‘trekkende’ ketens waargenomen en geen duwende (dat zou ook niet werken… anders hadden ze het spelletje wel ‘touwduwen’ genoemd…) De ketens braken voortdurend en werden weer opnieuw vastgezet, vooral wanneer er obstakels waren. Wanneer het terrein te lastig werd door takjes en blaadjes, gingen een aantal mieren voor de kolonne uit om het pad vrij te maken van takjes en blaadjes. De millipedes glijdt het makkelijkst wanneer de pootjes niet de grond raken, en om dat te regelen, hielden een aantal mieren de pootjes vast en duwden ze die van de grond af. Ze hebben daarnaast ook waargenomen dat ze op deze manier regenwormen (11 cm) en slakken (waarvan het huisje al gebroken was) naar het nest meenamen.
In de discussie beschrijven ze dat deze manier het mogelijk maakt om grotere dieren als prooi te benaderen en complexere aanvallen te doen. Dit vergt veel communicatie en individuele participatie. Daarbij benoemen ze ook de snelheid van de aanval, wat opnieuw een argument is voor de hoge mate van communicatie. De oorzaak voor deze communicatie zou kunnen komen omdat het steken van een millipedes is alleen mogelijk wanneer deze uitgerold is (en van plan is om weg te lopen). De ketens lopen achteruit, waarbij aangenomen wordt dat de achterste mier de ‘chemische sporen’ volgt van toen de ze uit het nest vertrokken. (wellicht is het daarom zo belangrijk dat ze in 1 rechte lijn op pad gaan, waardoor het chemische spoor veel duidelijker en intenser aanwezig is, maar dat is mijn gedachte).
Het maken van ketens is alleen waargenomen in zuidoost Azië, terwijl deze mierensoort ook op andere continenten (en continentdelen) voorkomt.
Ik hoop dat jullie er iets aan hebben (positieve ratings zijn welkom ) . De foto’s bij het artikel zijn ‘standstills’ van het filmpje dat al eerder gepost was.
Groetjes, Michiel
Peeters & de Greef, Predation on large millipedes and self-assembling chains in Leptogynes ants from Cambodia, DOI 10.1007/s00040-015-0426-2
Kleinere prooien warden alleen gedragen, terwijl voor grotere prooien de mieren ketens maakten. Deze ketens maakten het mogelijk om tot 16.4 gram aan millipedes te trekken. De ketens zijn lineair of aftakkend en veranderden om obstakels onderweg te kunnen omzeilen. Van deze ketens was waargenomen dat er tot 52 mieren bij betrokken zijn, terwijl maar enkelen de prooi vasthouden.
Ketens zijn een spectaculair voorbeeld hoe mieren met elkaar samenwerken en worden waargenomen voor het overbruggen van water of het brengen van grote bladeren naar het nest. Deze publicatie is de eerste die het maken van ketens waarneemt bij het vangen en meenemen van een prooi. Het aanvallen van een millipede is volgens het artikel erg lastig, omdat deze dieren goed beschermd zijn vanwege hun exoskelet en het uitscheiden van onder andere waterstof cyanide en verschillende terpentijnen. De groep is op expeditie gegaan naar Cambodja om daar het gedrag te bestuderen.
Er waren kleine ‘raiding parties’ van 20-50 werksters die in een kolonne achter elkaar aan liep. Sommige mieren verlieten de lijn om aan de zijkant van de kolonne te kijken of ze millipedes zagen. Het is daarbij niet zeker of mieren de millipedes kunnen ruiken of waarnemen, of dat het volledig op toeval gebeurt.
De groep plaatsten een 15 cm (!!!) lange millipede op zo’n 3 meter van de raiding party. Al snel hadden de mieren het door en begonnen de mier te omcirkelen, zonder de millipedes nog te steken of te bijten. Zodra de millipedes actief werd vielen de mieren aan.
Zodra de millipedes compleet verdoofd was door de steken, werd de 16.4 gram zware millipedes vastgepakt bij poten en antennes en vormden zich ketens van mieren. De eerste mier beet met haar kaken de millipedes vast, terwijl de tweede mier met haar kaken de vernauwing tussen het eerste en tweede gaster (van de eerste mier) vastbeet, waarna een derde op eenzelfde manier de tweede vastbeet. Wanneer twee mieren de voorganger vastbeet, splitste de keten zich af. Er werden alleen ‘trekkende’ ketens waargenomen en geen duwende (dat zou ook niet werken… anders hadden ze het spelletje wel ‘touwduwen’ genoemd…) De ketens braken voortdurend en werden weer opnieuw vastgezet, vooral wanneer er obstakels waren. Wanneer het terrein te lastig werd door takjes en blaadjes, gingen een aantal mieren voor de kolonne uit om het pad vrij te maken van takjes en blaadjes. De millipedes glijdt het makkelijkst wanneer de pootjes niet de grond raken, en om dat te regelen, hielden een aantal mieren de pootjes vast en duwden ze die van de grond af. Ze hebben daarnaast ook waargenomen dat ze op deze manier regenwormen (11 cm) en slakken (waarvan het huisje al gebroken was) naar het nest meenamen.
In de discussie beschrijven ze dat deze manier het mogelijk maakt om grotere dieren als prooi te benaderen en complexere aanvallen te doen. Dit vergt veel communicatie en individuele participatie. Daarbij benoemen ze ook de snelheid van de aanval, wat opnieuw een argument is voor de hoge mate van communicatie. De oorzaak voor deze communicatie zou kunnen komen omdat het steken van een millipedes is alleen mogelijk wanneer deze uitgerold is (en van plan is om weg te lopen). De ketens lopen achteruit, waarbij aangenomen wordt dat de achterste mier de ‘chemische sporen’ volgt van toen de ze uit het nest vertrokken. (wellicht is het daarom zo belangrijk dat ze in 1 rechte lijn op pad gaan, waardoor het chemische spoor veel duidelijker en intenser aanwezig is, maar dat is mijn gedachte).
Het maken van ketens is alleen waargenomen in zuidoost Azië, terwijl deze mierensoort ook op andere continenten (en continentdelen) voorkomt.
Ik hoop dat jullie er iets aan hebben (positieve ratings zijn welkom ) . De foto’s bij het artikel zijn ‘standstills’ van het filmpje dat al eerder gepost was.
Groetjes, Michiel
-
- Lid
- Berichten: 1156
- Lid geworden op: 11 maart 2015
- Locatie: Heerlen: Zuid Limburg
- Gender:
- Leeftijd: 26
Re: Mieren maken ketting voor grote prooi
toch handig zo'n onderzoeker op het forum
bedankt voor het posten.
bedankt voor het posten.
- Beffie
- Lid
- Berichten: 237
- Lid geworden op: 29 juli 2007
- Locatie: Sint Annaparochie; Friesland
- Gender:
- Leeftijd: 44
Re: Mieren maken ketting voor grote prooi
Prachtig om dit gedrag zo te zien. Dank je wel MichielAlexander voor het posten van de samenvatting; erg interessant!
1 maal Pheidole noda ongeveer 200+ groot
1 maal Crematogaster scuttelaris ongeveer 25+ groot
1 maal Lasius niger ongeveer 15+ groot
1 maal Crematogaster scuttelaris ongeveer 25+ groot
1 maal Lasius niger ongeveer 15+ groot
Re: Mieren maken ketting voor grote prooi
Super om te zien en te lezen inderdaad!
Re: Mieren maken ketting voor grote prooi
Ik zou het gehele artikel heel graag lezen, maar wil niet dat iemand er door in de problemen raakt vanwege illegaal delen.MichielAlexander schreef:Als onderzoeker heb ik vrije toegang tot het artikel. Ik kan het je sturen als je wilt.
Ik zal hier sowieso binnenkort een Nederlandse samenvatting van het artikel neerzetten.
Bedankt voor de samenvatting!
"... the mystery of life isn't a problem to solve but a reality to experience." ~ Frank Herbert in Dune, 1963
-
- Lid
- Berichten: 58
- Lid geworden op: 05 augustus 2015
- Locatie: Den Bosch
- Gender:
- Leeftijd: 40
Re: Mieren maken ketting voor grote prooi
Dat delen op het forum is inderdaad lastig, maar zolang ik het netjes refereer en mijn eigen mening erbij geef (sorry, die krijg je er dus bij ) dan mag het wel. Het is altijd een beetje maf, want hoe kleiner het 'veld' (de wetenschappelijke/maatschappelijke interesse) des te slechter worden deze artikelen verkocht en des te hoger de prijs wordt. Echter hebben tijdschriften ook een 'impact factor' wat een soort reputatiescore is. Dat betekent hoe vaak een artikel wordt gerefereerd door andere artikelen. Hoe duurder de artikelen/hoe kleiner het veld, des te lager de reputatiescore zal blijven. De uitgeverij zal niet blij zijn met het illegaal verspreiden, maar voor de onderzoekers en de wetenschap in het algemeen is kennis delen essentieel voor nieuwe ontdekkingen.
Re: Mieren maken ketting voor grote prooi
Dankjewel! Ik stel jouw mening ook op prijs, dus dat is juist een + voor mij ... Ik heb heel veel geleerd van alle leden hier op het forum en die kennis deel ik weer met vrienden, collegae en familie (ook als ze weinig interesse hebben ). Ik ben opgeleid tot docent en dan is vertellen, uitleggen, delen en verklaren een ingebakken "ziekte". Omdat ik uiteindelijk geen docent geworden ben, lijden anderen dan leerlingen nu onder mijn "delen van kennis".MichielAlexander schreef:Dat delen op het forum is inderdaad lastig, maar zolang ik het netjes refereer en mijn eigen mening erbij geef (sorry, die krijg je er dus bij ) dan mag het wel. Het is altijd een beetje maf, want hoe kleiner het 'veld' (de wetenschappelijke/maatschappelijke interesse) des te slechter worden deze artikelen verkocht en des te hoger de prijs wordt. Echter hebben tijdschriften ook een 'impact factor' wat een soort reputatiescore is. Dat betekent hoe vaak een artikel wordt gerefereerd door andere artikelen. Hoe duurder de artikelen/hoe kleiner het veld, des te lager de reputatiescore zal blijven. De uitgeverij zal niet blij zijn met het illegaal verspreiden, maar voor de onderzoekers en de wetenschap in het algemeen is kennis delen essentieel voor nieuwe ontdekkingen.
"... the mystery of life isn't a problem to solve but a reality to experience." ~ Frank Herbert in Dune, 1963
-
- Berichten: 3299
- Lid geworden op: 24 juli 2012
- Locatie: Heemskerk (Noord-Holland)
- Gender:
- Leeftijd: 45
Re: Mieren maken ketting voor grote prooi
Komt deze soort in andere continenten voor, of dit geslacht? Je noemt namelijk alleen het geslacht:Het maken van ketens is alleen waargenomen in zuidoost Azië, terwijl deze mierensoort ook op andere continenten (en continentdelen) voorkomt.
self-assembling chains in Leptogynes ants from Cambodia
Re: Mieren maken ketting voor grote prooi
In het artikel wordt dit gezegd: "This undescribed Leptogenys species is a swarm raider with a small range of prey." Betekent dit misschien dat het beestje nog geen naam heeft?GvG schreef:Komt deze soort in andere continenten voor, of dit geslacht? Je noemt namelijk alleen het geslacht:Het maken van ketens is alleen waargenomen in zuidoost Azië, terwijl deze mierensoort ook op andere continenten (en continentdelen) voorkomt.self-assembling chains in Leptogynes ants from Cambodia
"... the mystery of life isn't a problem to solve but a reality to experience." ~ Frank Herbert in Dune, 1963
-
- Lid
- Berichten: 58
- Lid geworden op: 05 augustus 2015
- Locatie: Den Bosch
- Gender:
- Leeftijd: 40
Re: Mieren maken ketting voor grote prooi
" uit: http://www.myrmecos.net/2014/08/29/did- ... -behavior/Some Leptogenys species, including L. diminuta, L. nitida, and L. processionalis, are known to forage in groups and transport prey “cooperatively”."
Het lijkt erop dat de soort nog niet verder benoemd is.
Groetjes, Michiel
-
- Lid
- Berichten: 58
- Lid geworden op: 05 augustus 2015
- Locatie: Den Bosch
- Gender:
- Leeftijd: 40
Re: Mieren maken ketting voor grote prooi
Ik vind zojuist nog een artikel hierover, die ga ik vanavond samenvatten. wordt vervolgd!
-
- Lid
- Berichten: 58
- Lid geworden op: 05 augustus 2015
- Locatie: Den Bosch
- Gender:
- Leeftijd: 40
Re: Mieren maken ketting voor grote prooi
Ietsje later, maar bij deze!
McCreery & Breed, Cooperative transport in ants: a review of proximate mechanisms
Insect. Soc. (2014) 61:99-110
Coöperatief transport is het verplaatsen van een prooi/object door een of meerdere mieren. Mieren staan hierom bekend, maar er is wel een grote variatie tussen mierenstammen in de efficiëntie hiervan. Men weet niet waarom deze verschillen er zijn. McCreery & Breed stellen in dit artikel de ‘gedragsregels’ van mieren op om zo de efficiënte van de minder efficiënte te kunnen scheiden. Dit hebben ze gedaan door de communicatie tussen mieren te beoordelen bij de 4 fases van het binnenhalen van een prooi, namelijk kiezen of een prooi meengenomen moet worden, andere mieren erbij halen om de prooi te verplaatsen, organisatie van het meenemen van de prooi en het transport van de prooi zelf.
Sommige mierensoorten zijn erg efficiënt, zoals de Oecophylla longinoda, die vogels, vleemuizen en slangen verticaal tegen het boomschors omhoog transporteren. Andere mierensoorten kunnen uren met een prooi bezig zijn en deze niet dichter bij het nest brengen. Men denkt dat dit komt door de ‘noodzaak’ waarmee prooien naar het nest gehaald moeten worden, en dat het dus een vorm van evolutie is. De mieren die er slecht in zouden zijn, zouden vooral problemen hebben, of het is geheel afwezig, om andere mieren bij de prooi te leiden of in staat zijn om te organiseren dat de prooi naar het nest gebracht moet worden. Ze laten zien dat bij de mierensoort Formica schauffussi het gaat om één mier, de ‘scout’, en als die weggehaald wordt door de onderzoekers, komt het binnenhalen van de prooi niet op gang (de prooi wordt als het ware niet opgemerkt). Ze stellen overigens ook vast dat er 3 vormen zijn van transport; ongecoördineerd (mieren trekken meerdere kanten op, transport is naar achteren), in cirkels (mieren trekken een kant op, maar transport is naar achteren gericht) en tenslotte de ‘forward-facing’ coördinatie waarbij de mieren naar voren lopen, wat sneller en efficiënter gaat. [In dat geval, even terugpakkend op het filmpje waarmee we dit topic begonnen, zou je kunnen stellen dat die mierensoort een verbetering heeft bedacht op het transport naar achteren.]
Ze stellen dat de fases als volgt verlopen; (1;kiezen)een werkster vindt een prooi die ze zelf niet alleen kan dragen naar het nest. Vervolgens zijn er mogelijkheden of andere werksters wel of niet worden gerecruteerd (2;recrutatie fase); dat kan niet gebeuren, en dan verloop het op ‘kans’, of er is lokale recrutatie waarbij de werkster in de buurt andere mieren gaat zoeken, of de werkster gaat terug naar het nest en recruteert daar [Pheidole pallidula achtig, toch?]. Vervolgens is er een voldoende aantal werksters om de prooi binnen te halen en begint de (3; organisatie) organisatie fase. Wanneer er geen informatieoverdracht plaatsvindt, trekken mieren alle kanten op en gaat de prooi langzaam naar het nest toe. De kans dat het misloopt is groot. Als er wel informatieoverdracht is kan het zijn dat er rollen worden verdeeld (bij het filmpje zag je mieren in een ketting en mieren die de pootjes hooghielden voor verminderen van weerstand en zag je mieren die voor de prooi uit liepen om takjes en blaadjes op te ruimen). Daarna start fase 4 (4; transport) en wordt de prooi naar het nest getransporteerd, waardoor de prooi het nest bereikt.
Ze noemen daarna als voorbeeld de Pheidole pallidula, die anders recruteert bij een berg fruitvliegjes, waarbij elke mier één fruitvliegje kan meenemen dan dat ze op een kakkerlak reageren. [iemand ervaring mee?] Dit betekent dat er meerdere vormen zijn van recrutering. Ze stellen op meerdere voorbeelden vast dat de grootte en zwaarte (en dus weerstand om mee te nemen) bepalend is voor welke soort recrutering nodig is. Bij de G. sulcata was er een prooi vastgezet aan een naald. Elke keer werden er nieuwe ‘golven’ van gerecruteerde mieren bij elkaar gebracht om de prooi van de naald af te krijgen. Die golven werden elke keer geregeld door de ‘jagerwerkster’ die de prooi als eerste gevonden had. Superefficiënte mierensoorten zijn; E. burchelli, D. wilverthi, Pheidologeton diversus, A. cockerelli.
Een ander voorbeeld gaat over de Cataglyphis fortis, waarbij de organisatie gebruik maakt van een ‘stappenteller’, waarbij de mier die de prooi vindt kan doorgeven hoe veel stappen de prooi van het nest afligt. Wittlinger kreeg het voor elkaar om in één kolonie mieren met langere en kortere pootjes te hebben. Daardoor kwamen de mieren in de problemen; mieren uit het nest met kortere pootjes bereikten de prooi niet, en mieren met langere pootjes liepen veel te ver.
Dit was een erg theoretisch artikel die veel refereert naar praktische studies, zoals die van Wittligner. Ik denk dat vanuit dit artikel redenerend de mierensoort waarmee dit topic begon een uitzondering is, omdat ze 1) naar achteren lopen, 2) hoge organisatie hebben met specifieke rollen, 3) ketens maken en 4) erg erg snel zijn.
Ik ben benieuwd naar jullie reacties!!
Michiel
McCreery & Breed, Cooperative transport in ants: a review of proximate mechanisms
Insect. Soc. (2014) 61:99-110
Coöperatief transport is het verplaatsen van een prooi/object door een of meerdere mieren. Mieren staan hierom bekend, maar er is wel een grote variatie tussen mierenstammen in de efficiëntie hiervan. Men weet niet waarom deze verschillen er zijn. McCreery & Breed stellen in dit artikel de ‘gedragsregels’ van mieren op om zo de efficiënte van de minder efficiënte te kunnen scheiden. Dit hebben ze gedaan door de communicatie tussen mieren te beoordelen bij de 4 fases van het binnenhalen van een prooi, namelijk kiezen of een prooi meengenomen moet worden, andere mieren erbij halen om de prooi te verplaatsen, organisatie van het meenemen van de prooi en het transport van de prooi zelf.
Sommige mierensoorten zijn erg efficiënt, zoals de Oecophylla longinoda, die vogels, vleemuizen en slangen verticaal tegen het boomschors omhoog transporteren. Andere mierensoorten kunnen uren met een prooi bezig zijn en deze niet dichter bij het nest brengen. Men denkt dat dit komt door de ‘noodzaak’ waarmee prooien naar het nest gehaald moeten worden, en dat het dus een vorm van evolutie is. De mieren die er slecht in zouden zijn, zouden vooral problemen hebben, of het is geheel afwezig, om andere mieren bij de prooi te leiden of in staat zijn om te organiseren dat de prooi naar het nest gebracht moet worden. Ze laten zien dat bij de mierensoort Formica schauffussi het gaat om één mier, de ‘scout’, en als die weggehaald wordt door de onderzoekers, komt het binnenhalen van de prooi niet op gang (de prooi wordt als het ware niet opgemerkt). Ze stellen overigens ook vast dat er 3 vormen zijn van transport; ongecoördineerd (mieren trekken meerdere kanten op, transport is naar achteren), in cirkels (mieren trekken een kant op, maar transport is naar achteren gericht) en tenslotte de ‘forward-facing’ coördinatie waarbij de mieren naar voren lopen, wat sneller en efficiënter gaat. [In dat geval, even terugpakkend op het filmpje waarmee we dit topic begonnen, zou je kunnen stellen dat die mierensoort een verbetering heeft bedacht op het transport naar achteren.]
Ze stellen dat de fases als volgt verlopen; (1;kiezen)een werkster vindt een prooi die ze zelf niet alleen kan dragen naar het nest. Vervolgens zijn er mogelijkheden of andere werksters wel of niet worden gerecruteerd (2;recrutatie fase); dat kan niet gebeuren, en dan verloop het op ‘kans’, of er is lokale recrutatie waarbij de werkster in de buurt andere mieren gaat zoeken, of de werkster gaat terug naar het nest en recruteert daar [Pheidole pallidula achtig, toch?]. Vervolgens is er een voldoende aantal werksters om de prooi binnen te halen en begint de (3; organisatie) organisatie fase. Wanneer er geen informatieoverdracht plaatsvindt, trekken mieren alle kanten op en gaat de prooi langzaam naar het nest toe. De kans dat het misloopt is groot. Als er wel informatieoverdracht is kan het zijn dat er rollen worden verdeeld (bij het filmpje zag je mieren in een ketting en mieren die de pootjes hooghielden voor verminderen van weerstand en zag je mieren die voor de prooi uit liepen om takjes en blaadjes op te ruimen). Daarna start fase 4 (4; transport) en wordt de prooi naar het nest getransporteerd, waardoor de prooi het nest bereikt.
Ze noemen daarna als voorbeeld de Pheidole pallidula, die anders recruteert bij een berg fruitvliegjes, waarbij elke mier één fruitvliegje kan meenemen dan dat ze op een kakkerlak reageren. [iemand ervaring mee?] Dit betekent dat er meerdere vormen zijn van recrutering. Ze stellen op meerdere voorbeelden vast dat de grootte en zwaarte (en dus weerstand om mee te nemen) bepalend is voor welke soort recrutering nodig is. Bij de G. sulcata was er een prooi vastgezet aan een naald. Elke keer werden er nieuwe ‘golven’ van gerecruteerde mieren bij elkaar gebracht om de prooi van de naald af te krijgen. Die golven werden elke keer geregeld door de ‘jagerwerkster’ die de prooi als eerste gevonden had. Superefficiënte mierensoorten zijn; E. burchelli, D. wilverthi, Pheidologeton diversus, A. cockerelli.
Een ander voorbeeld gaat over de Cataglyphis fortis, waarbij de organisatie gebruik maakt van een ‘stappenteller’, waarbij de mier die de prooi vindt kan doorgeven hoe veel stappen de prooi van het nest afligt. Wittlinger kreeg het voor elkaar om in één kolonie mieren met langere en kortere pootjes te hebben. Daardoor kwamen de mieren in de problemen; mieren uit het nest met kortere pootjes bereikten de prooi niet, en mieren met langere pootjes liepen veel te ver.
Dit was een erg theoretisch artikel die veel refereert naar praktische studies, zoals die van Wittligner. Ik denk dat vanuit dit artikel redenerend de mierensoort waarmee dit topic begon een uitzondering is, omdat ze 1) naar achteren lopen, 2) hoge organisatie hebben met specifieke rollen, 3) ketens maken en 4) erg erg snel zijn.
Ik ben benieuwd naar jullie reacties!!
Michiel
Re: Mieren maken ketting voor grote prooi
Ik kwam deze nog even tegen:
Niet de beste kwaliteit video. Wel een erg lange ketting.
Niet de beste kwaliteit video. Wel een erg lange ketting.