Het was een bijzonder warme dag, 20 juli 2016, waarop een ronddolende prinses Lasius niger mijn pad kruiste. Ik verklaarde haar prompt geschikt voor mijn experiment. Het potje waarin ik haar vervoerde zette ik in de kleine buitenwereld van de ‘peperstrooier’ boven de toegang.

De prinses trok vrijwel meteen het nest in en eiste een vertrek onderin voor zichzelf op.
Mocht ze daadwerkelijk een kolonie stichten dan zal ik deze geen naam of aanduiding geven. Ik wil eenvoudig weten wat ik vermoedelijk kan verwachten als ik een kolonie in een terrarium onderbreng en daarvoor de ‘peperstrooier’ gebruiken met de mieren als proefkonijnen.
In de maanden daarop gunde ik haar zoveel mogelijk rust en een donkere omgeving. De bierbeker had ik uit gemak in een papieren beker gezet om lichtinval te voorkomen. Precies twee maanden later bezorgde ik per ongeluk een werkster een koude douche, terwijl ik het grotendeels dode gras bedruppelde. Het was de eerste maal dat ik overdag een werkster in de buitenwereld zag. Eerst bespeurde ik wat beweging en opeens was daar een in paniek verkerende mier die in beweging was gekomen tot ze op een druppel water stuitte en meteen weer van koers veranderde. Zo rende ze een paar rondjes voor ze tenslotte uit het gazon geraakte. Ze herpakte zich echter snel en zette haar verkenningstocht voort. Ik vond het een geweldig iets om te zien. Nog dezelfde dag heb ik de papieren beker verwijderd om zicht te hebben op het ondergrondse leven.

Tot mijn verrassing verbleef de koningin nog altijd in dezelfde kamer. Blootgesteld aan het licht verwachtte ik dat ze in de dagen erna spoedig uit het zicht zou verdwijnen, maar tot mijn verrassing was dit niet het geval. Ik zie ook eieren liggen.

Een deel van de poppen bevind zich in een ander vertrek. Soms als de omstandigheden veranderen, tijdens het watergeven bijvoorbeeld, worden de poppen naar een hoger gelegen kamer gebracht maar eindigen op een later moment weer in hetzelfde vertrek.

In de maanden daarop is deze kleine kolonie gegroeid en actiever geworden, maar in het nest moeilijker te fotograferen. Het plastic is vuil geworden. Het was bepaald geen verrassing met grond tot hun beschikking. Ik zie de mieren in slechts drie vertrekken: in de troonzaal, in de poppenkamer en een hoger gelegen kamer. Incidenteel verschijnen de werksters in de overige drie vertrekken, maar steeds voor even. De rest bevind zich in de grond, onzichtbaar voor het menselijk oog.
De lege omhulsels van poppen worden naar de buitenwereld getransporteerd. Ik heb weleens gelezen dat in de natuur mieren het afval in een kamer deponeren en dan afsluiten. Deze mogelijkheid hebben ze hier ook, maar er lijkt geen gebruik van te worden gemaakt. Het laatste levende gras bezweek gedurende de diapauze van de mieren in de koelkast.

Ik voer de kolonie weideplankton. Vrijwel alle beestjes die in mijn schepnet belanden en daarnaast heb ik van een imker een heleboel wespen gekregen. Het waren er volgens hem veel meer dan afgelopen jaren het geval is geweest. Ik heb ze onthoofd, omdat de wespen anders te veel slachtoffers maken. Vroeg in het seizoen heb ik ook bijen van hem gekregen, die de koude dagen niet overleeft hadden, als voedsel voor mijn mieren.

Het experiment tot zover heeft me doen afvragen hoe ik het ytong nest aantrekkelijk kan maken. De nesten in een terrarium afdekken om de ondergrondse duisternis na te bootsen en eventueel een warmtemat kan hierbij de doorslag geven. De stevigheid van het ytong lijken de mieren wel te waarderen. Tijdens een plaatselijke regenbui die ik veroorzaak met een spuit verschijnen er meer werksters in het nest. Misschien weten ze dat er hier geen instortingsgevaar bestaat. Het kan echter ook zijn dat ik de bodem minder geschikt moet maken door juist planten toe te passen die veel vocht nodig hebben en regelmatig besproeid moeten worden. Het is iets wat ik kan testen door een droge tijd in te voeren en op een later moment een natte tijd.
Voor planten heb ik in een terrarium eenvoudig meer grondoppervlak nodig om deze langdurig in leven te houden.
Voor inheemse soorten is naar mijn mening een terrarium alleen als buitenwereld geschikt, tenzij ik de planten makkelijk kan verwijderen voor de diapauze van de mieren. Voor soorten die uit een tropische regio komen en geen diapauze nodig hebben is het een ander verhaal.
De mieren lijken zich actiever te gedragen in een wat natuurlijkere inrichting, maar misschien ben ik eenvoudig te bevooroordeeld en wil ik dit graag zien. Het is lastig om het te bepalen, omdat ik me toch meer richt op de huisvesting van mieren, terwijl andere mensen zich juist meer richten op het houden van veel verschillende soorten mieren.

Wat ik wel met zekerheid kan zeggen is dat ik het mooi vind om de mieren zelfs in het saaie gras te zien klauteren of zich een weg zien banen door het gazon.