Hallo,
Omdat ik niet zeker weet of ik genoeg grote (100-200 ind) L.niger kan kweken/overnemen voor Februari, zit ik te twijfelen of ik een aantal kolonies van Polyrhachis dives (zwartgekleurde wever mieren) zal kopen. Een medewerker van de antstore in berlijn zei me dat deze ook redelijk makkelijk te houden zijn. Het jammere is dat je bij deze soort niet zo goed in de kolonie kan kijken omdat ze niet onder de grond een nest maken. Maar ze zeiden dat ze in principe wel in een Y-tong holte een nest zouden kunnen maken, alleen zouden ze alles dan volweven. Heeft iemand hier ervaring mee?
Ik had een aantal experimentjes in mijn hoofd die ik met de studenten van de universiteit van Amsterdam zou kunnen doen maar het zou leuk zijn om wat reacties te krijgen van echte mierenkenners.
De experimenten waar ik aan zit te denken hebben te maken met de herkenning van huidoppervlak feromonen en spoor feromonen. We zouden kunnen kijken of verschillende kolonies elkaars geurspoor gebruiken en dus herkennnen. De vraag is dan of zo'n geurspoor genetisch is vastgelegd of dat het kan worden aangeleerd of vergeten kan worden. Als ze het geurspoor van de ene kolonie niet gebruiken/herkennen kunnen we ze proberen te trainen en dan kunnen we kijken of ze kunnen leren. Eventueel zouden we dit ook met twee verschillende soorten kunnen doen.Of we zouden de kolonie een lange tijd kunnen afzonderen om te kijken of ze het geurspoort vergeten.
Verder wilde ik proberen om kleine gedragsexperimentjes op te zetten waarbij je een groepje mieren van de kolonie "vervreemd", door ze hetzij lange tijd af te zonderen, (of eventueel een ander dieet te geven). Daarna kunnen we in een soort kleine arena, een vervreemde mier en een mier die direct uit de kolonie komt fixeren (met een gespje, na verdoving met CO2), en dan kunnen we een derde mier uit dezelfde kolonie loslaten. De studenten kunnen dan vervolgens haar gedrag t.o.v. de vervreemde vs bekende mier observeren/noteren. Er zijn verscheidenen onderzoekers die dit eerder gedaan hebben.
Verder is het ook nog een optie om te proberen om de pasuitgekomen (in engels "callow" mieren) uit de kolonie te vissen en deze hetzij gemixed of alleen met andere callow ants uit de eigen kolonie op te laten groeien (een korte periode). Er zijn een aantal onderzoekers in Parijs die dit gedaan hebben. (Ik was verbaasd want ik had gedacht dat een groepje van 20 mieren zonder koningin dood zou gaan, maar ze hielden ze maarliefst 2 maanden apart). We kunnen ze misschien twee weken apart houden om vervolgens te testen of hun huidoppervlak feromonen tijdens deze periode worden aangeleerd of dat ze genetisch bepaald zijn. We kunnen dan vervolgens in een zelfde soort arenas kijken of the "gemixte" mieren minder agressief zijn tegen mieren uit een andere kolonie dan mieren die alleen met callowmieren van hun eigen kolonie "opgegroeid" zijn. Dit kan eventueel ook met verschillende soorten.
Ik weet verder ook niet zo goed of de verschillende wever kolonies eigenlijk wel agressief tegen elkaar zijn. Ik las gisteren ergens dat dit erg mee viel. In dat geval zou het geen geschikte soort zijn voor dit soort experimenten.
Met de wevermieren is het laaste experiment ook alleen mogelijk als ik op een of andere manier bij het nest kan komen. Ik zit nu wel diep na te denken over een optie om de wever mieren misschien een holte in een y-tong blok aan te bieden met verschillende holtes, die ik dan afdek met (plexi)glas met afgedekte ronde openingen. Op die manier kan ik dan misschien toch in het nest komen om de jonge mieren eruit te halen. Ik heb echter geen idee of deze wever mieren zin hebben om hun nest in een y-tong blok te maken. De medewerker van Antstore in Berlijn zei dat dit in principe mogelijk is, omdat ze gewoon een holte zoeken (in een boomstam, rots etc). Nou ja dat moet ik dus de komende weken gaan uitproberen.
Maar ik ga ook natuurlijk nog verder op zoek naar L.niger kolonies!
groet!
Karlien
Omdat ik niet zeker weet of ik genoeg grote (100-200 ind) L.niger kan kweken/overnemen voor Februari, zit ik te twijfelen of ik een aantal kolonies van Polyrhachis dives (zwartgekleurde wever mieren) zal kopen. Een medewerker van de antstore in berlijn zei me dat deze ook redelijk makkelijk te houden zijn. Het jammere is dat je bij deze soort niet zo goed in de kolonie kan kijken omdat ze niet onder de grond een nest maken. Maar ze zeiden dat ze in principe wel in een Y-tong holte een nest zouden kunnen maken, alleen zouden ze alles dan volweven. Heeft iemand hier ervaring mee?
Ik had een aantal experimentjes in mijn hoofd die ik met de studenten van de universiteit van Amsterdam zou kunnen doen maar het zou leuk zijn om wat reacties te krijgen van echte mierenkenners.
De experimenten waar ik aan zit te denken hebben te maken met de herkenning van huidoppervlak feromonen en spoor feromonen. We zouden kunnen kijken of verschillende kolonies elkaars geurspoor gebruiken en dus herkennnen. De vraag is dan of zo'n geurspoor genetisch is vastgelegd of dat het kan worden aangeleerd of vergeten kan worden. Als ze het geurspoor van de ene kolonie niet gebruiken/herkennen kunnen we ze proberen te trainen en dan kunnen we kijken of ze kunnen leren. Eventueel zouden we dit ook met twee verschillende soorten kunnen doen.Of we zouden de kolonie een lange tijd kunnen afzonderen om te kijken of ze het geurspoort vergeten.
Verder wilde ik proberen om kleine gedragsexperimentjes op te zetten waarbij je een groepje mieren van de kolonie "vervreemd", door ze hetzij lange tijd af te zonderen, (of eventueel een ander dieet te geven). Daarna kunnen we in een soort kleine arena, een vervreemde mier en een mier die direct uit de kolonie komt fixeren (met een gespje, na verdoving met CO2), en dan kunnen we een derde mier uit dezelfde kolonie loslaten. De studenten kunnen dan vervolgens haar gedrag t.o.v. de vervreemde vs bekende mier observeren/noteren. Er zijn verscheidenen onderzoekers die dit eerder gedaan hebben.
Verder is het ook nog een optie om te proberen om de pasuitgekomen (in engels "callow" mieren) uit de kolonie te vissen en deze hetzij gemixed of alleen met andere callow ants uit de eigen kolonie op te laten groeien (een korte periode). Er zijn een aantal onderzoekers in Parijs die dit gedaan hebben. (Ik was verbaasd want ik had gedacht dat een groepje van 20 mieren zonder koningin dood zou gaan, maar ze hielden ze maarliefst 2 maanden apart). We kunnen ze misschien twee weken apart houden om vervolgens te testen of hun huidoppervlak feromonen tijdens deze periode worden aangeleerd of dat ze genetisch bepaald zijn. We kunnen dan vervolgens in een zelfde soort arenas kijken of the "gemixte" mieren minder agressief zijn tegen mieren uit een andere kolonie dan mieren die alleen met callowmieren van hun eigen kolonie "opgegroeid" zijn. Dit kan eventueel ook met verschillende soorten.
Ik weet verder ook niet zo goed of de verschillende wever kolonies eigenlijk wel agressief tegen elkaar zijn. Ik las gisteren ergens dat dit erg mee viel. In dat geval zou het geen geschikte soort zijn voor dit soort experimenten.
Met de wevermieren is het laaste experiment ook alleen mogelijk als ik op een of andere manier bij het nest kan komen. Ik zit nu wel diep na te denken over een optie om de wever mieren misschien een holte in een y-tong blok aan te bieden met verschillende holtes, die ik dan afdek met (plexi)glas met afgedekte ronde openingen. Op die manier kan ik dan misschien toch in het nest komen om de jonge mieren eruit te halen. Ik heb echter geen idee of deze wever mieren zin hebben om hun nest in een y-tong blok te maken. De medewerker van Antstore in Berlijn zei dat dit in principe mogelijk is, omdat ze gewoon een holte zoeken (in een boomstam, rots etc). Nou ja dat moet ik dus de komende weken gaan uitproberen.
Maar ik ga ook natuurlijk nog verder op zoek naar L.niger kolonies!
groet!
Karlien
